Rumah Gaya Karo di Lao Si Momo
Lebih tepat dapat disebut bangunan yang akan saya tulis berikut ini. Kami
akan berbicara terutama tentang desainer
dan pembangunnya yaitu Mr Van Bendegom, direktur pelatihan pusat dan
dekorasi kerajinan dari Institut Batak. Bagimana perasaannya setelah peresmian
bangunan yang ia bangun dimana terlihat bangunan menggunakan arsitektur budaya
Karo namun sejalan dengan tuntutan Barat dipenuhi tentang kenyamanan dan
kebersihannya.
Pengelola mengawali perkenalan dengan menyebutkan bahwa Lao si Momo
adalah nama sebuah sungai kecil, letaknya beberapa jam dari Kaban Djahé, tidak
jauh dari jalan ke arah Gajo dan Alaslanden. Ada yang mengatakan sungai yang segera
menghilang secara misterius ke dalam tanah.
Pemerintah kolonial mendirikan tempat ini untuk orang-orang malang, yang
dengan jumlah beberapa ratus di Batak, dan dua atau tiga ratus di Karoland para
penderita kusta. Pendiri koloni tempat menampung penderita kusta di Karosche
kusta adalah misinonaris E. J. van den Berg, yang secara finansial mampu
melakukannya dimana dananya berasal dari hadiah bangsawan Mr J. Th. Cremer
selama kunjungannya ke dataran tinggi Karo. Dengan kerjasama dari Residen
kemudian Asisten Sariboe Dolok, almarhum Mr C. J. Westenberg. Begitu
besar pengorbanan Mr. Van den Berg, selain pekerjaan yang luas dalam misinya
juga telah beberapa tahun yang pada merawat dan mengawasai koloni khusus ini.
Tapi tulisan ini tak berfokus pada sejarah koloni penderita kusta
tersebut. Cukuplah demikian pengumuman bahwa koloni ini, setelah kebakaran
nyaris menghancurkan kini telah bangkit dalam meningkatkan tuntutan medis yang
lebih memuaskan, lebih maju dengan pemantauan regular. Mr Van Bendegom
menunjukkan solusi bagi pertanyaan yang sulit : perumahan, kebersihan nyaman
sambil mempertahankan prinsip-prinsip gaya Karoschen.
Sumber : Royal Tropical Institute dan klik.
Tulisan ini adalah hasil terjemahan, mohon maaf bila belum sempurna. Tulisan aslinya adalah sebagai berikut :
HET WOONHUIS IN KARO-BATAK-STIJL. LAOE SI MOMO
EEN UNICUM
lilpf^gSff oo mag terecht heeten het gebouw r«i|§pP| waarvan hier een en
ander zal worde i verteld. Wij zullen daarbij in j hoofdzaak aan het woord
laten den ontwerper en bouwmeester, den heer Van Bendegom, directeur der
centrale werkplaats en ambachtsinrichting van het Bataksch Instituut voelen van
de laatste tijden. Wat was het dus voor hem een feestdag, die dag der inwijding
van het door hem gebouwde huis, met welks voltooiing in zekeren zin het
probleem was opgelost hoe Batakschen kunstzin en Batakschen bouwstijl in
overeenstemming te brengen met westersche eischen van comfort en hygiëne, en
nochtans het een noch het ander te kort te doen.
Een enkel woord ter oriënteering willen wij aan de zakelijke
mededeelingen doen voorafgaan. Lao si Momo is de naam van een klein riviertje,
een paar uur van Kaban Djahé, niet ver van den weg in de richting naar de Gajo-
en Alaslanden. Of juister, zoo heet het stroompje in zijn korte, bovenaardsche
loopbaan. Weldra toch ver-dwijnt het op geheimzinnige wijze in den bodem, om
niet weer voor den dag te komen.
Deze omstandigheid is aanleiding geweest, dat juist daar een kolonie werd
gesticht voor die ongelukkigen, die ten getale van eenige honderden in de
Bataklanden voorkomen, waarvan een twee a driehonderd in het Karoland.... de
melaatse hen. De stichter van deze Karosche melaat schenkolonie (ook elders,
met name in Toba, treft men er aan), is de zendeling E. J. van den Berg, die
financieel daartoe in staat gesteld werd door een vorstelijke gift van den heer
J. Th. Cremer tijdens diens bezoek aan de Karo-hoogvlakte. Met medewerking van
den toenmaligen assistent-resident van Sariboe Dolok, wijlen den heer C. J.
Westenberg, en de landschapshoofden werd een regeling voor die kolonie
getroffen, die het goed marcheeren der zaak waarborgde. De inrichting was nog
zeer primitief en de omstandigheid, dat de zendeling op een paar uur afstands
woonde, maakte het toezicht niet gemakkelijk. Met groote zelfopoffering heeft
de heer Van den Berg, die behalve dit, nog zijn veelomvattende zendingsarbeid
had, eenige jaren zich aan de zorg voor en het toezicht op deze kolonie gewijd.
Doch het is hier niet te doen om de geschiedenis van deze
leprozen-kolonie te schrijven. Daarom volsta de mededeeling, dat deze kolonie,
na door een brand bijna geheel verwoest te zijn, in beteren, meer aan medische
eischen voldoenden vorm herrees, maar toen ook de eisch meer naar voren trad
van een geregeld toezicht, zoodat eindelijk het Nederlandsche
Zendelinggenootschap besloot tot de uitzending 'van een zendeling, speciaal met
het toezicht en de verzorging belast. Het Genootschap vond in zendeling Van
Eelen, vroeger zendeling in Mori (Midden-Celebes), den daarvoor geschikten man.
Deze zou in de nabijheid der kolonie moeten wonen en het is nu het voor hem
gebouwde huis geweest, waarin de heer Van Bendegom heeft laten zien de
gelukkige oplossing van het moeilijke vraagstuk: een gerieflijke, hygiënische
woning met behoud van de grondslagen van den Batakschen stijl. En hiermede
geven wij aan genoemden heer en aan de plaatselijke pers het woord. M. J.
') Goeden dag.
Comments